Paardenlovertjess

Geschiedenis van het paard

Lang voordat het paard een huisdier werd, leefden grote wilde kuddes in Europa, Aziƫ en Noord-Afrika. Nu bestaan er geen echte wilde paarden meer. Paarden worden gefokt om te berijden of wagens te trekken.
Geschiedenis
Het paard was zo'n zestig miljoen jaar geleden ongeveer zo groot als een hond. Door veranderingen in het klimaat werd het paard groter en kreeg hij meer schedelinhoud en een ander gebit. De mensen maakten de wilde paarden tam en gebruikten ze als rijdier bij de jacht, als vervoermiddel en als werkpaard. Tegenwoordig bestaan er vele soorten paarden en pony's. Pas sinds een paar honderd jaar worden paarden afgericht en getraind. Zo kunnen ze meedoen aan allerlei vormen van paardensport zoals buitenrijden, dressuur (het leren te gehoorzamen) en springen.
Rijkleding
Ruiters zijn de mensen die op paarden rijden. Ze hebben speciale kleding om veilig en makkelijk het paard te berijden. Voor het alledaagse rijden kun je dragen wat je wilt. Je moet wel een cap of valhelm opzetten en een paar rijlaarzen dragen. De cap is belangrijk omdat deze het hoofd beschermt als je valt. Rijlaarzen hebben een hakje om te voorkomen dat je voet door de stijgbeugel schiet. Tenslotte is het handig om handschoenen te dragen. Zij zorgen voor een goede grip op de teugel. Dat is de riem om het hoofd van het paard. Hiermee geef je aan wat hij moet doen.
Zadel
Een goed afgericht paard vindt het niet vervelend om te worden gezadeld. Vraag de eerste paar keer iemand anders om je te helpen. Je legt het zadel zachtjes op de rug van het paard. Een klein stukje naar voren en daarna weer iets naar achteren schuiven. De haartjes onder het zadel moeten mooi glad komen te liggen. De vacht van je paard gaat anders irriteren en hij kan zere plekken krijgen, drukking. Je moet altijd controleren of er geen losse stiksels of kapotte riemen aan het zadel zitten.

hallo